Vezels

Vezels vezelrijk voedsel
Er is lang gedacht dat vezels nutteloos waren voor ons lichaam. In de jaren 70 kwam er echter meer belangstelling voor. Uit onderzoek bleek namelijk dat sommige ziektes veel meer voorkomen in westerse landen dan in minder ontwikkelde landen. Onder deze ziektes vallen onder andere: aambeien, darmafwijkingen, darmkanker, middenrifbreuk en obstipatie.

Wat zijn vezels?

Vezels zijn de bestanddelen van voedingsmiddelen die overblijven nadat voedsel zowel de maag en de dunne darm is gepasseerd. Ze komen alleen voor in plantaardig voedsel zoals groente, fruit, peulvruchten, zaden, granen, noten en pinda’s. Vezels houden onze tanden schoon, geven ons een vol gevoel en zorgen voor een goede ontlasting.
Er zijn 2 soorten: oplosbare vezels en onoplosbare vezels.

Oplosbare vezels
Oplosbare vezels (ook wel fermenteerbare vezels genoemd) worden in de dikke darm bewerkt door darmbacteriën waardoor er zuren en gassen ontstaan. Deze zuren en gassen zorgen voor de darmbeweging (peristaltiek) die de ontlasting door de dikke darm duwt. Oplosbare vezels nemen veel water op waardoor de ontlasting soepel wordt. Oplosbare vezels zitten voornamelijk in groente, fruit, peulvruchten, zaden, noten en pinda’s. De namen van deze vezels zijn: inuline, oligofructose, pectine en gommen.

Onoplosbare vezels
Onoplosbare vezels (ook wel niet-fermenteerbare vezels genoemd) worden niet afgebroken door bacteriën. Hun nut is het vasthouden van het vocht in de ontlasting en het vergroten van de ontlasting. Onoplosbare vezels zitten voornamelijk in granen en in de schillen van fruit. De namen van deze vezels zijn: resistent zetmeel, cellulose, hemi-cellulose en lignine.

Volkoren
Bij volkoren graanproducten, zoals volkorenbrood en -pasta en zilvervliesrijst, is de hele graankorrel gebruikt.
Bij andere graanproducten, zoals witbrood, normale pasta en witte rijst, wordt de buitenkant van de korrel verwijderd. Deze buitenkant, die bestaat uit de zemel en kiem, bevat het grootste gedeelte van de vezels, vitamines en mineralen van de gehele korrel.

Meel, volkorenmeel en bloem
Er is vaak veel verwarring over wat nu het gezondste is. Ik breng het altijd erg simpel:
Meel = meestal volkoren, maar een deel van de zemelen en kiemen kunnen verwijderd zijn.
Volkorenmeel = is altijd volkoren.
Bloem = meel wat is ontdaan van de zemel en kiem (en dus de belangrijkste stoffen).
Het is dus het gezondste om producten op basis van volkorenmeel te eten en vergelijk de voedingswaarde bij meel altijd met vergelijkbare producten.
Zelfrijzend bakmeel is trouwens geen meel, maar bloem. Controleer altijd de ingrediëntenlijst.

Gezondheidsvoordelen

Vezels zorgen voor een goede ontlasting. Door de zachte, soepele ontlasting verkleint de kans op aambeien, darmafwijkingen, diverticulitus, darmkanker en middenrifbreuk. Deze problemen worden veroorzaakt door de druk van een te harde ontlasting die te langzaam door de dikke darm gaat. Door de soepelheid voorkomt het ook obstipatie en daarmee de buikpijn, darmkrampen en het gebrek aan eetlust wat hiermee samengaat.
Vooral lijnzaad (maximaal 1 eetlepel per dag) en psylliumzaad (1-2 theelepels opgelost in een groot glas water) zijn erg goed als de ontlasting te hard is. Let er wel op dat je dan 1 of 2 glazen water per dag extra drinkt om te voorkomen dat ze stoppend werken.

Vezels zorgen er ook voor dat voedsel langzamer wordt verteerd. Het voordeel hiervan is dat de maag langer vol blijft en dat je dus minder snel weer honger heeft. Hiernaast zorgt het ervoor dat glucose (suiker) minder snel in het bloed wordt opgenomen (bloedglucosepieken), waardoor je ook weer minder snel trek krijgt. Dit is vooral erg belangrijk voor mensen met diabetes en hypoglykemie die sterk reageren op snel stijgende bloedglucosewaardes.


Tarwezemelen of lijnzaad toevoegen aan, bijvoorbeeld, kant- en-klare cakemeel is een goede manier om het vezelrijker te maken en bloedglucosepieken te verminderen. Dit is belangrijk, want als je teveel bloedglucosepieken krijgt, vergroot je indirect je kans op diabetes type 2. Dit is ook de reden dat je beter een stuk fruit kan nemen dan een glas vruchtensap. Bij vruchtensap mis je het vezelrijke vruchtvlees en de vruchtensuikers worden hierdoor direct in het lichaam opgenomen.
Doordat je hiernaast meer moet kauwen op heel fruit worden je tanden als het ware schoon geschuurd. Door het kauwen komt er ook meer speeksel vrij, wat weer goed voor de vertering is.

Door vezelarm, geraffineerd voedsel te vervangen door vezelrijk, ongeraffineerd voedsel vermijd je ook gemakkelijk toegevoegde suikers, vetten en zouten (zie De verslavende werking van suikers, vetten en zout). Dit is onder andere goed voor je taille, bloeddruk en cholesterolgehalte.

Voedingsadvies

Het advies is om 30-40 gram vezels per dag binnen te krijgen.
Door dagelijks ruime porties groente, fruit en volkoren graanproducten te eten kom je al heel ver. Hiernaast kan je ook dagelijks een handje noten of pinda’s nemen en, bijvoorbeeld, een eetlepel zaden aan je muesli of toetje toevoegen. Eet ook wekelijks 200 gram peulvruchten.
Zorg er wel voor dat je voldoende (water) per dag drinkt. Als je te weinig drinkt, kunnen vezels stoppend werken.
Let er verder op dat je ook weer niet teveel vezels binnenkrijgt, vooral niet uit supplementen. Vezels kunnen bij overmatig gebruik namelijk de absorptie van calcium, ijzer en zink verminderen.
Let er ook op dat je niet in 1 keer heel veel vezels gaat eten. Je lichaam, en dan vooral je darmbacteriën,  moeten er namelijk wel aan wennen.
Vervang bijvoorbeeld eerst wit brood voor bruin brood en pas na 2-3 weken voor volkoren. Vervang ook langzaam je witte rijst voor zilvervlies rijst en je normale pasta voor volkoren pasta.

Kom je er zelf niet helemaal uit? Maak dan vandaag nog een afspraak.

Luister ook naar mijn podcast afleveringen: